Algemene Voorwaarden Robuflex Bouw BV inschrijfnummer Kamer van Koophandel 32157480

 

Artikel 1 Toepasselijkheid

  1. Deze voorwaarden zijn van toepassing op alle aanbiedingen en op alle overeenkomsten tot aanneming van werk (zowel tegen vaste prijs als in regie) of van koop en verkoop door Robuflex Bouw BV gedaan of aangegaan.
  2. In deze voorwaarden wordt Robuflex Bouw BV aangeduid als aannemer en de andere partij als opdrachtgever.
  3. Standaard voorwaarden van de opdrachtgever gelden niet, tenzij deze schriftelijke door de aannemer aanvaard.

 

Artikel 2 Aanbiedingen

  1. Alle aanbiedingen zijn vrijblijvend. Tenzij uitdrukkelijk anders vermeld. Aanbiedingen zijn gebaseerd op de door de opdrachtgever bij de eventuele aanvraag verstrekte gegevens, tekeningen enz., van de juistheid waarvan de aannemer mag uitgaan.
  2. De opgegeven prijzen gelden voor levering af werkplaats, exclusief omzetbelasting. De inhoud van folders, drukwerken enz., binden de aannemer niet tenzij in de overeenkomst daarnaar uitdrukkelijk wordt verwezen.
  3. Tekeningen, technische omschrijvingen, ontwerpen en berekeningen. Die door de aannemer of in zijn opdracht vervaardigd zijn, blijven eigendom van de aannemer. Zij mogen niet aan derden ter hand worden gesteld of getoond met het oogmerk een vergelijkbare offerte te verkrijgen. Zij mogen evenmin worden gekopieerd of anderszins vermenigvuldigd. Indien geen opdracht wordt verleend dienen deze bescheiden binnen veertien dagen na een daartoe door aannemer gedaan verzoek Franco aan hem te worden teruggezonden.
  4. Wanneer de offerte niet wordt geaccepteerd, is de aannemer gerechtigd de kosten die gemoeid zijn met het tot stand brengen van de offerte aan degene, op wiens verzoek hij de offerte uitbracht, in rekening brengen, indien hij zulks voor het uitbrengen van de offerte heeft bedwongen.

 

Artikel 3 Overeenkomsten

  1. Overeenkomsten, hoe dan ook genaamd, komen pas tot stand na uitdrukkelijke aanvaarding door de aannemer. Deze uitdrukkelijke aanvaarding blijkt uit de schriftelijke bevestiging van de aannemer, dan wel uit het feit dat hij uitvoering geeft aan de overeenkomst.
  2. Overeenkomsten met ondergeschikte personeelsleden van de aannemer binden deze laatste niet, voor zover deze niet door hem schriftelijk zijn bevestigd. Als ondergeschikt personeel zijn in dit verband te beschouwen alle werknemers en medewerkers die geen procuratie hebben.

 

Artikel 4 Risicoregeling

Onverminderd de toepasselijkheid van een risicoregeling voor de verrekening van wijzigingen van lonen en prijzen, blijven, ten aanzien van de opdrachtgever die bij het sluiten van de overeenkomst niet heeft gehandeld in de uitvoering van zijn beroep of bedrijf, kostenverhogingen die zich voordoen binnen drie maanden na totstandkoming van de overeenkomst en het gevolg zijn van bedoelde wijzigingen van lonen en prijzen, voor rekening van de aannemer.

 

Artikel 5 Verplichtingen van de opdrachtgever

  1. De opdrachtgever zorgt ervoor dat de aannemer tijdig kan beschikken:
    • over de voor de opzet van het werk benodigde gegevens en goedkeuringen (zoals vergunningen, ontheffingen en beschikkingen), zo nodig in overleg met de aannemer;
    • over het gebouw, het terrein of het water waarin of waarop het werk moet worden uitgevoerd;
    • over voldoende gelegenheid voor aanvoer, opslag en/of afvoer van bouwstoffen en hulpmiddelen;
    • over aansluitingsmogelijkheden voor elektrische machines, verlichting. verwarming, gas, perslucht en water.
  2. De benodigde elektriciteit, gas en water zijn voor rekening van de opdrachtgever.
  3. De opdrachtgever dient ervoor te zorgen, dat door anderen uit te voeren werkzaamheden en/of leveringen, die niet tot het werk van de aannemer behoren, zodanig en zo tijdig worden verricht, dat de uitvoering van het werk daarvan geen vertraging ondervindt.

 

Artikel 6 Aansprakelijkheid van de opdrachtgever

  1. De opdrachtgever draagt de verantwoordelijkheid voor de door of namens hem voorgeschreven constructies en werkwijzen, daaronder begrepen de invloed, de daarop door de bodemgesteldheid wordt uitgeoefend, alsmede voor de door of namens hem gegeven orders en wijzigingen.
  2. Indien bouwstoffen of hulpmiddelen, die de opdrachtgever ter beschikking heeft gesteld, dan wel door hem zijn voorgeschreven, gebreken mochten hebben, is de opdrachtgever aansprakelijk voor de daardoor veroorzaakte schade.
  3. De gevolgen van de naleving van wettelijke voorschriften of beschikkingen van overheidswege die na de dag van de offerte in werking treden, komen voor de rekening van de opdrachtgever, tenzij redelijkerwijs moet werden aangenomen dat de aannemer die gevolgen reeds op de dag van de offerte had kunnen voorzien.
  4. De opdrachtgever is aansprakelijk voor schade aan het werk, als gevolg van door hem of in zijn opdracht door derden uitgevoerde werkzaamheden of verrichte leveringen.
  5. Indien na de totstandkoming van de overeenkomst blijkt dat het bouwterrein verontreinigd is of de uit werk komende bouwstoffen verontreinigd zijn, is de opdrachtgever aansprakelijk voor de daaruit voor de uitvoering van het werk voortvloeiende gevolgen.
  6. Indien de aanvang of de voortgang van het werk wordt vertraagd door de factoren, waarvoor de opdrachtgever verantwoordelijk is, dienen de daaruit voor de aannemer voortvloeiende schade en kosten door de opdrachtgever te worden vergoed.

 

Artikel 7 Verplichtingen van de aannemer

  1. De aannemer is verplicht het werk goed en deugdelijk, en naar de bepalingen van de overeenkomst uit te voeren. De aannemer dient het werk zodanig uit te voeren, dat daardoor de schade aan persoon, goed of milieu zoveel mogelijk wordt beperkt. De aannemer is voorts verplicht de door of namens de opdrachtgever gegeven orders en aanwijzingen op te volgen.
  2. De uitvoering van het werk moet zodanig zijn, dat de totstandkoming van het werk binnen de overeengekomen termijn verzekerd is.
  3. Het werk en de uitvoering daarvan zijn voor verantwoordelijkheid van de aannemer met ingang van het tijdstip van aanvang tot en met de dag waarop het werk als geleverd wordt beschouwd.
  4. Indien de aard van het werk hiertoe aanleiding geeft stelt de aannemer zich voor aanvang van het werk op de hoogte van de ligging van kabels en leidingen.
  5. De aannemer wordt geacht bekend te zijn met de voor de uitvoering van het werk van belang zijnde wettelijke voorschriften en beschikkingen van overheidswege, voor zover deze op de dag van de offerte gelden. De aan de naleving van deze voorschriften en beschikkingen verbonden gevolgen zijn voor zijn rekening.
  6. De aannemer is verplicht de opdrachtgever te wijzen op onvolkomenheden in door of namens de opdrachtgever voorgeschreven constructies en werkwijzen en in door of namens de opdrachtgever gegeven orders en aanwijzingen, alsmede op gebreken in door de opdrachtgever ter beschikking gestelde of voorgeschreven bouwstoffen en hulpmiddelen, voor zover aannemer deze kende of redelijkerwijs behoorde te kennen. De aannemer vrijwaart de opdrachtgever tegen aanspraken van derden tot vergoeding van schade, voor zover deze door de uitvoering van het werk is toegebracht en te wijten is aan nalatigheid, onvoorzichtigheid of verkeerde handelingen van de aannemer, zijn personeel, zijn onderaannemers of zijn leveranciers.

 

Artikel 8 Aansprakelijkheid van de aannemer

  1. De aannemer is slechts aansprakelijk voor schade geleden door de opdrachtgever, die het rechtstreeks en uitsluitend gevolg is van een aan aannemer toe te rekenen tekortkoming, met dien verstande dat voor vergoeding alleen in aanmerking komt die schade waartegen de aannemer verzekerd is, danwel redelijkerwijs, gezien de in de branche geldende gebruiken, verzekerd had behoren te zijn. Daarbij moeten de volgende beperkingen in acht worden genomen:
    1. Niet voor vergoeding in aanmerking komt bedrijfsschade (bedrijfsstoring, derving van inkomsten e.d.), door welke oorzaak ook ontstaan. Opdrachtgever dient zich desgewenst tegen deze schade te verzekeren.
    2. De aannemer is niet aansprakelijk voor schade (welke ook) die door of tijdens de uitvoering van werk of de montage van geleverde zaken of installaties wordt toegebracht aan zaken waarvan wordt gewerkt of aan zaken welke zich bevinden in de nabijheid van de plaats waar gemerkt wordt, tenzij en voor zover de aannemer daarvoor verzekerd is.
    3. Voor schade veroorzaakt door opzet of grove schuld van hulppersonen is de aannemer niet aansprakelijk
    4. De door de aannemer te vergoeden schade zal gematigd worden indien de door de opdrachtgever te betalen prijs gering is in verhouding tot de omvang van de door de opdrachtgever geleden schade.
  2. De opdrachtgever zal de aannemer vrijwaren van elke aanspraak van derden tot schadevergoeding jegens de aannemer terzake van het gebruik van door de opdrachtgever toegezonden tekeningen, monsters, modellen of modelplaten of andere zaken respectievelijk gegevens en is aansprakelijk voor alle kosten daaruit voortvloeiend.

 

Artikel 9 Uitvoeringsduur, uitstel van oplevering en schadevergoeding wegens te late oplevering

  1. Indien de termijn waarbinnen het werk zal worden opgeleverd, is uitgedrukt in werkbare werkdagen, wordt onder werkdag verstaan een kalenderdag, tenzij deze valt op een algemene of ter plaatse van het werk erkende, of door de overheid dan wel bij of krachtens collectieve arbeidsovereenkomst voorgeschreven rust- of feestdag, vakantiedag of een andere niet individuele vrije dag. Werkdagen, respectievelijk halve werkdagen, worden als onwerkbaar beschouwd, wanneer daarop door niet voor rekening van de aannemer komende omstandigheden gedurende ten minste vijf uren, respectievelijk ten minste twee uren, door het grootste deel van de arbeiders of machines niet kan worden gewerkt.
  2. Als de oplevering van het werk zou moeten geschieden op een dag die niet een werkdag is zoals omschreven in het eerste lid, geldt de eerstvolgende werkdag als de overeengekomen dag van oplevering.
  3. De aannemer heeft recht op verlenging van de termijn waarbinnen het werk zal werden opgeleverd indien door overmacht, door voor rekening van de opdrachtgever komende omstandigheden, of door wijziging in de overeenkomst dan wel in de voorwaarden van uitvoering, waar eveneens onder wordt verstaan de uitvoering van meerwerk niet van de aannemer kan worden gevergd dat het werk binnen de overeengekomen termijn wordt geleverd.
  4. Bij overschrijding van de termijn waarbinnen het werk zal worden opgeleverd, is de aannemer aan de opdrachtgever per werkdag zoals omschreven in het eerste lid, een gefixeerde schadevergoeding verschuldigd van €50,-, tenzij een ander bedrag is overeengekomen. De gefixeerde schadevergoeding kan werden verrekend met hetgeen de opdrachtgever de aannemer nog verschuldigd is. Bij de bepaling van de overschrijding van de termijn van oplevering geldt als de dag van oplevering, in afwijking van het bepaalde in artikel 9, eerste lid, de dag waarop de aannemer overeenkomstig artikel 8, eerste lid de opdrachtgever heeft uitgenodigd tol opneming van het werk., mits het werk vervolgens, overeenkomstig het bepaalde in dat artikel is of geacht wordt te zijn goedgekeurd.
  5. Indien de aanvang of de voortgang van het werkt wordt vertraagd door factoren, waarvoor de opdrachtgever verantwoordelijk is, dienen de daaruit voor de aannemer voortvloeiende schade en kosten door de opdrachtgever te worden vergoed.

 

Artikel 10 Opneming en goedkeuring

  1. Binnen een redelijke termijn voor de dag waarop het werk naar de mening van de aannemer voltooid zal zijn, nodigt de aannemer de opdrachtgever schriftelijk uit om tot opneming van het werk over te gaan. De opneming geschiedt zo spoedig mogelijk doch uiterlijk binnen acht dagen na de hiervoor bedoelde dag. De opneming vindt plaats door de opdrachtgever in aanwezigheid van de aannemer en strekt ertoe, te constateren of de aannemer aan zijn verplichtingen uit de overeenkomst heeft voldaan.
  2. Nadat het werk is opgenomen, wordt door de opdrachtgever aan de aannemer binnen acht dagen schriftelijk meegedeeld, of het werk al dan niet is goedgekeurd, in het eerste geval met vermelding van eventueel aanwezige kleine gebreken als bedoeld in het zesde lid, in het laatste geval met vermelding van de gebreken, die de reden voor onthouding van de goedkeuring zijn. Wordt het werk goedgekeurd, dan wordt als dag van goedkeuring aangemerkt de dag waarop de desbetreffende mededeling aan de aannemer is verzonden.
  3. Wordt niet binnen acht dagen na de opening een schriftelijke mededeling of het werk al dan niet is goedgekeurd, aan de aannemer verzonden, dan wordt het werk geacht op de achtste dag na opneming te zijn goedgekeurd.
  4. Geschiedt de opneming niet binnen acht dagen na de in het eerste lid bedoelde dag, dan kan de aannemer bij aangetekende brief een nieuwe aanvrage tot de opdrachtgever richten, met verzoek het werk binnen acht dagen op te nemen. Voldoet de opdrachtgever niet aan dit verzoek, dan wordt het werk geacht op de achtste dag na de in het eerste lid bedoelde dag te zijn goedgekeurd, dan vinden het tweede en derde lid overeenkomstige toepassing.
  5. Het werk wordt geacht te zijn goedgekeurd indien en voorzover het in gebruik wordt genomen. De dag van ingebruikneming van het werk of een gedeelte daarvan geldt als dag van goedkeuring van het werk of van het desbetreffende gedeelte.
  6. Kleine gebreken, die gevoeglijk in de onderhoudstermijn kunnen worden hersteld, zullen geen reden tot onthouding van goedkeuring mogen zijn, mits zij een eventuele ingebruikneming niet in de weg staan.
  7. Met betrekking tot een heropneming na onthouding van goedkeuring vinden de bovenvermelde bepalingen overeenkomstige toepassing.

 

Artikel 11 Oplevering en onderhoudstermijn

  1. Het werk wordt als opgeleverd beschouwd, indien het overeenkomstig artikel 10 is of geacht wordt te zijn goedgekeurd. De dag, waarop her werk is of geacht wordt te zijn goedgekeurd, geldt als de dag waarop het werk als opgeleverd wordt beschouwd.
  2. De aannemer is verplicht de in artikel 10. zesde lid, bedoelde kleine gebreken zo spoedig mogelijk te herstellen. De onderhoudstermijn beloopt 30 dagen en gaat in onmiddellijk na de dag waarop het werk overeenkomstig het eerste lid als opgeleverd wordt beschouwd. De aannemer is verplicht gebreken welke in de onderhoudstermijn aan de dag beden, zo spoedig mogelijk te herstellen, met uitzondering echter van die waarvoor de opdrachtgever op grond van artikel 6, tweede lid. aansprakelijk is.
  3. Voor de regieovereenkomsten geldt dat, voorzover op grond van het tweede lid werkzaamheden moeten werden uitgevoerd. Dat deze voor rekening van de opdrachtgever komen, tenzij de werkzaamheden het herstel van uitvoeringsfouten betreffen.

 

Artikel 12 Aansprakelijkheid na oplevering

  1. Na het verstrijken van de onderhoudstermijn is de aannemer niet meer aansprakelijk voor tekortkomingen aan het werk, behoudens indien het werk of enig onderdeel daarvan door schuld van de aannemer of zijn personeel een gebrek bevat dat door de opdrachtgever redelijkerwijs niet eerder onderkend had kunnen worden en de aannemer van dat gebrek binnen redelijke termijn na ontdekking mededeling is gedaan.
  2. De rechtsvordering uit hoofde van het in het vorige lid bedoelde gebrek is niet ontvankelijk, indien zij wordt ingesteld na verloop van vijf jaren na het verstrijken van de onderhoudstermijn. Ingeval het in het eerste lid bedoelde gebrek echter als een ernstig gebrek moet worden aangemerkt, is de rechtsvordering niet ontvankelijk, indien zij wordt ingesteld na verloop van tien jaren na het verstrijken van de onderhoudstermijn. Een gebrek is slechts dan als een ernstig gebrek aan te merken indien het de hechtheid van het gebouw of van een essentieel onderdeel daarvan in gevaar brengt.

 

Artikel 13 Schorsing, beëindiging van het werk in onvoltooide staat en opzegging

  1. De opdrachtgever is bevoegd de uitvoering van het werk geheel of gedeeltelijk te schorsen. Voorzieningen, die de aannemer ten gevolge van de schorsing moet treffen, worden als meerwerk verrekend. Schade die de aannemer ten gevolge van de schorsing lijdt, dient hem te worden vergoed.
  2. Indien gedurende de schorsing schade aan het werk ontstaat, komt deze niet voor rekening van de aannemer, mits hij de opdrachtgever tevoren schriftelijk heeft gewezen op dit aan de schorsing verbonden gevolg.
  3. Indien de schorsing langen dan 14 dagen duurt, kan de aannemer bovendien vorderen, dat hem een evenredige betaling voor het uitgevoerde gedeelte van het werk wordt gedaan. Daarbij wordt rekening gehouden met op het werk aangevoerde, nog niet verwerkte maar wel reeds door de aannemer betaalde bouwstoffen.
  4. Indien de schorsing van het werk langer dan één maand duurt, is de aannemer bevoegd het werk in onvoltooide staat te beëindigen. In dat geval dient overeenkomstig het volgende lid te worden afgerekend.
  5. De opdrachtgever is te allen tijde bevoegd de overeenkomst geheel of gedeeltelijk op te zeggen. De aannemer heeft in dat geval recht op de aannemingssom, vermeerderd met de kosten die hij als gevolg van de niet voltooiing heeft moeten maken en verminderd met de hem door de beëindiging bespaarde kosten. De aannemer zendt de opdrachtgever een gespecificeerde eindafrekening van hetgeen de opdrachtgever ingevolgde opzegging verschuldigd is.

 

Artikel 14 Bouwstoffen

  1. Alle te verwerken bouwstoffen moeten van goede hoedanigheid zijn, geschikt voor hun bestemming en voldoen aan de gestelde eisen.
  2. De aannemer stelt de opdrachtgever in gelegenheid bouwstoffen te keuren. De keuring dient te geschieden bij de aankomst hiervan op het werk (eventueel op overeengekomen monsters) of bij de eerste gelegenheid daarna, mits in dat laatste geval de voortgang van het werk niet in gevaar komt. De aannemer is bevoegd bij de keuring aanwezig te zijn of zich te doen vertegenwoordigen.
  3. De opdrachtgever is bevoegd bouwstoffen door derden te laten onderzoeken. De daaraan verbonden kosten komen voor zijn rekening, behalve ingeval van afkeuring, in welk geval de kosten voor de rekening van de aannemer komen. Door de opdrachtgever beschikking gestelde bouwstoffen worden geacht te zijn goedgekeurd.
  4. Zowel de opdrachtgever als de aannemer kunnen ingeval van afkeuring van bouwstoffen vorderen dat een in onderling overleg getrokken, door beiden gewaarmerkt verzegeld monster wordt bewaard.
  5. De uit het werk komende bouwstoffen, waarvan de opdrachtgever heeft verklaard dat hij ze wenst te behouden, dienen door hem van het werk te werden verwijderd. Alle andere bouwstoffen worden door de aannemer afgevoerd, onverminderd de aansprakelijkheid van de opdrachtgever op grond van artikel 6, vijfde lid.
  6. Voor de aangevoerde bouwstoffen draagt de opdrachtgever het risico van verlies en/of beschadiging vanaf het moment waarop zij op het werk zijn aangevoerd gedurende de tijd dat deze daar buiten de normale werktijden onder toezicht van de opdrachtgever verblijven.

 

Artikel 15 Meer- en minderwerk

  1. Verrekening van meer- en minderwerk vindt plaatst:
    1. ingeval van wijzigingen in de overeenkomst dan wel de voorwaarden van uitvoering;
    2. ingeval van afwijkingen van de bedragen van de stelposten;
    3. ingeval van afwijkingen van verrekenbare hoeveelheden;
    4. in de gevallen als bedoeld in artikel 13. eerste lid en artikel 20.
  2. Indien bij de eindafrekening van het werk blijkt dat het totaalbedrag van het meewerk overtreft, heeft de aannemer recht op een bedrag gelijk aan 10% van het verschil van die totalen.
  3. Wijzigingen in de overeenkomst dan wel de voorwaarden van de uitvoering zullen schriftelijk worden overeengekomen. Het gemis van een schriftelijke opdracht laat de aanspraken van de aannemer en van de opdrachtgever op verrekening van meer- en minderwerk onverlet. Bij gebreke van een schriftelijke opdracht rust het bewijs van de wijziging op degene die de aanspraak maakt.
  4. Stelposten zijn in de overeenkomst genoemde bedragen, die in de aannemingssom zijn begrepen en die bestemd zijn voor hetzij:
    • het aanschaffen van bouwstoffen, hetzij
    • het aanschaffen van bouwsloffen en het verwerken daarvan, hetzij
    • het verrichten van werkzaamheden, welke op de dag van de overeenkomst onvoldoende nauwkeurig zijn bepaald en welke door de opdrachtgever nader moeten worden ingevuld.

Ten aanzien van iedere stelpost wordt in de overeenkomst vermeld waarop deze betrekking heeft.

  1. Bij de ten laste van stelposten te brengen uitgaven wordt gerekend met de aan de aannemer berekende prijzen respectievelijk de door hem gemaakte kosten, te verhogen met een aannemersvergoeding van 10%.
  2. Indien een stelpost uitsluitend betrekking heeft op het aanschaffen van bouwstoffen, zijn de kosten van het verwerken daarvan in de aannemingssom begrepen en worden deze niet afzonderlijk verrekend. Deze kosten zullen echter worden verrekend ten laste van de stelpost, waarop de aanschaffing van die bouwstoffen wordt verrekend voor zover zij door de invulling die aan de stelpost wordt gegeven hoger zijn dan die waarmee de aannemer redelijkerwijs rekening heeft moeten houden.
  3. Indien een stelpost betrekking heeft op het aanschaffen van bouwstoffen en het verwerken daarvan, zijn de kosten van verwerking niet in de aannemingssom begrepen en werden deze afzonderlijk ten laste van de stelpost verrekend.
  4. Indien in de overeenkomst verrekenbare hoeveelheden zijn opgenomen, en deze hoeveelheden te hoog of te laag blijken om het werk tot stand te brengen, zal verrekening plaats vinden van de uit die afwijking voortvloeiende meer of minder kosten.

 

Artikel 16 Betaling

  1. Betaling dient, tenzij anders is overeengekomen, te geschieden op het door de aannemer op te geven rekeningnummer,
  2. Betalingscondities worden geregeld naar de aard en belangrijkheid van de levering of het uit te voeren werk. Tenzij anders overeengekomen zijn de betalingscondities:
    • Betaling handelszaken: contant
    • Opgedragen werkzaamheden: op maandrekening te betalen binnen veertien dagen na factuurdatum
    • Grotere objecten en aanneming van werk:
      • 30% van de overeengekomen prijs hij opdracht
      • 50% van de overeengekomen prijs bij aanvoering van de materialen op het werk
      • 30% van de overeengekomen prijs halverwege de aanvang van de werkzaamheden en de oplevering van het werk
      • 10% van de overeengekomen prijs bij oplevering
  3. Onkosten voor rekening van de aannemer voorgeschoten dor de opdrachtgever worden verrekend bij de betaling respectievelijk bij de betaling van de laatste termijn indien betaling in termijn overeengekomen is.
  4. Aannemer is altijd gerechtigd, alvorens te leveren of met de levering of met de nakoming van de opdracht voort te gaan, een naar zijn oordeel voldoende zekerheid voorde nakoming van de betalingsverplichtingen van de opdrachtgever de verlangen.
  5. Indien de opdrachtgever een termijn niet tijdig betaalt, is de aannemer gerechtigd het werk stil te leggen tot het moment waarop de verschuldigde termijn is voldaan, mits hij de opdrachtgever schriftelijk heeft aangemaand om alsnog binnen 7 dagen te betalen en die betaling is uitgebleven. Het in de vorige zin bepaalde laat onverlet het recht van de aannemer op vergoeding van schade, kosten en interesses
  6. Indien gedurende het op grond van het vorige lid stilleggen van het werk schade aan het werk ontstaat, komt deze niet voor rekening van de aannemer, mits hij de opdrachtgever tevoren schriftelijk heeft gewezen op dit aan het stilleggen verbonden gevolg.
  7. Voorschriften van welke autoriteit ook, welke het gebruik van de te leveren of reeds geleverde zaken verhinderen, brengen geen verandering in de geldelijke verplichtingen van de opdrachtgever.
  8. Het recht van de opdrachtgever om zijn eventuele vorderingen op de aannemer te verrekenen wordt uitdrukkelijk uitgesloten.
  9. De gehele koopprijs of aanneemsom is in elk geval onmiddellijk opeisbaar bij niet stipte betaling van de overeengekomen termijn op de vervaldag, wanneer de opdrachtgever in staat van faillissement geraakt, (voorlopige) surseance van betaling of (voorlopige) schuldsanering aanvraagt of zijn ondercuratelestelling is aangevraagd, wanneer enig beslag op de zaken of vorderingen van de opdrachtgever wordt gelegd en wanneer deze overlijdt, in liquidatie treedt, of wordt ontbonden.
  10. Wanneer de betaling van een toegezonden factuur del heeft plaatsgevonden binnen 1 maand na factuurdatum is de aannemer gerechtigd na het verstrijken van de bedeelde termijn aan de opdrachtgever een vergoeding wegens renteverlies in rekening te brengen gelijk aan de wettelijke rente vermeerder met 2%, evenwel met een minimum van 10% per jaar indien de wettelijke rente lager is dan 8%. Waarbij rente voor een gedeelte van de maand wordt berekend als een volle maand,
  11. De aannemer is voorts gerechtigd naast de hoofdvordering en de rente van de opdrachtgever te vorderen alle buitengerechtelijke kosten de door de niet (tijdige) betaling zijn veroorzaakt. Buitengerechtelijke kosten zijn door de opdrachtgever verschuldigd, in ieder geval wanneer de aannemer zich oor de invordering van de hulp van een derde heeft verzekerd. Ze zullen worden berekend overeenkomstig het incassotarief dal door de Nederlandse Orde van Advocaten in incassozaken wordt geadviseerd. Uit het enkele feit dat de aannemer zich verzekerd heeft van de hulp van een derde blijkt de grootte van en de gehoudenheid tot betaling van de buitengerechtelijke kosten.
  12. Door de opdrachtgever gedane betalingen strekken steeds ter afdoening in de eerste plaats van alle verschuldigde rente en kosten, in de tweede plaats van opeisbare facturen die het langst openstaan, zelfs al vermeldt de opdrachtgever, dat de voldoening betrekking heeft op een latere factor.

 

Artikel 17 Eigendomsvoorbehoud en pandrecht

  1. De opdrachtgever wordt slechts onder opschortende voorwaarde eigenaar van de door de aannemer geleverde of nog te leveren zaken. De aannemer blijft eigenaar van de geleverde of nog te leveren zaken zolang de opdrachtgever de vorderingen van de aannemer ter zake van de tegenprestatie van de overeenkomst of een gelijksoortige overeenkomst niet betaald heeft. De aannemer blijft tevens eigenaar van de geleverde of nog te leveren zaken zolang de opdrachtgever te verrichten of nog te verrichten werkzaamheden uit dergelijke overeenkomsten niet betaald heeft en zolang de opdrachtgever vorderingen wegens tekortschieten in de nakoming van zodanige overeenkomsten niet heeft voldaan, waaronder begrepen vorderingen terzake boete, rente en kosten.
  2. De opdrachtgever is, zolang hij bovenstaande vorderingen niet heeft voldaan, niet gerechtigd om op de door de aannemer geleverde zaken een hypotheekrecht, een pandrecht of een bezitloos pandrecht te vestigen en verbindt zich tegenover derden die daarop een dergelijk recht willen vestigen op eerste verlangen van de aannemer te zullen verklaren dat hij niet tot het vestigen van een hypotheek- of pandrecht bevoegd is.
  3. In geval de opdrachtgever enige verplichting uit overeenkomst met betrekking tot verkochte zaken of uit te voeren werk jegens aannemer niet nakomt, is deze zonder ingebrekestelling gerechtigd de zaken, zowel de oorspronkelijk geleverde als de nieuwe gevormde zaken, terug te nemen. De opdrachtgever machtigt de aannemer de plaatst te betreden waar deze zaken zich bevinden.
  4. De aannemer verschaft aan de opdrachtgever op het moment dat de opdrachtgever al zijn betalingsverplichtingen uit deze en soortgelijke overeenkomst(en) heeft voldaan het eigendom van de geleverde za(a)k(en) onder voorbehoud van pandrecht van de aannemer, ten behoeve van andere aanspraken die de aannemer op de opdrachtgever heeft. De opdrachtgever zal op eerste verzoek van aannemer zijn medewerking verlenen aan handelingen die in dat kader vereist zijn.

 

Artikel 18 Eindafrekening

  1. Binnen een redelijke termijn na de oplevering dient te aannemer de eindafrekening in.
  2. De eindafrekening biedt een volledig overzicht van al hetgeen partijen over en weer ingevolge de overeenkomst verschuldigd zijn en waren. In de eindafrekening wordt daartoe onder meer opgenomen:
    • de aannemingssom
    • een specificatie van het meer- en minderwerk
    • een specificatie van al hetgeen partijen overigens op grond van de overeenkomst van elkaar te vorderen hebben en hadden.
  3. Het bedrag van de eindafrekening wordt gevormd door op het saldo, voortvloeiend uit het in het vorige lid bedoelde overzicht, hetgeen reeds is betaald in mindering te brengen. De berekening van de door de opdrachtgever aan de aannemer te vergoeden omzetbelasting geschiedt afzonderlijk.
  4. De aannemer is bevoegd het bedrag van de eindafrekening op de factuur te verhogen met een kredietbeperkingstoeslag van maximaal 2%. De toeslag wordt verschuldigd indien en voor zover de betaling plaatsvindt na de in het vijfde lid aangegeven vervaldag.
  5. Betaling van het aan de aannemer verschuldigde bedrag van de eindafrekening dient plaats te vinden uiterlijk 30 dagen na de dag waarop de aannemer de eindafrekening heeft ingediend.

 

Artikel 19 In gebreke blijven van de aannemer

  1. Indien de aannemer zijn verplichtingen ter zake van de aanvang of de voortzetting van het werk niet nakomt en de opdrachtgever hem in verband daarmee wenst aan te manen, zal de opdrachtgever hem schriftelijk aanmanen om zo spoedig mogelijk de uitvoering van het werk aan te vangen of voort te zetten.
  2. De opdrachtgever is bevoegd het werk door een derde te doen uitvoeren of voortzetten, indien de aannemer na verloop van 7 dagen na ontvangst van de in het vorige lid bedoelde aanmaning in gebreke blijft. In dat geval heeft de opdrachtgever recht op vergoeding van de uit het in gebreke blijven van de aannemer voortvloeiende schade en kosten,
  3. De opdrachtgever zorgt ervoor, dat de kosten, die voor de aannemer voortvloeien uit de toepassing van het vorige lid, binnen redelijke grenzen blijven.

 

Artikel 20 Gewijzigde uitvoering

Indien tijdens de uitvoering van het werk blijkt, dat het werk af een onderdeel daarvan door onvoorziene omstandigheden slechts gewijzigd kan worden uitgevoerd, treedt de partij die het eerst met deze omstandigheid bekend wordt in overleg met de andere partij. De aannemer wijst de opdrachtgever daarbij op de financiële consequenties. Een overeengekomen gewijzigde uitvoering wordt als meer- en minderwerk verrekend.

 

Artikel 21 Onmogelijkheid van uitvoering

Indien de uitvoering van het werk onmogelijk wordt doordat de zaak waarop of waaraan het werk moet werden uitgevoerd tenietgaat of verloren raakt zonder dat dit aan de aannemer kan worden toegerekend, is deze gerechtigd tot een evenredig deel van de overeengekomen prijs op grondslag van de verrichte arbeid en gemaakte kosten. In geval van opzet of grove schuld van de opdrachtgever heeft de aannemer recht op een bedrag overeenkomstig artikel 13, vijfde lid.

 

Artikel 22 Toepasselijk recht/geschillen

  1. Op alle overeenkomsten is het Nederlands recht van toepassing.
  2. Alle geschillen voortvloeiende uit aanbiedingen en overeenkomsten, hoe dan ook genaamd, zullen worden onderworpen aan het oordeel van de burgerlijke rechter die bevoegd is in de vestigingsplaats van de aannemer, tenzij wettelijke bepalingen zich daartegen verzetten.
  3. De forumkeuze genoemd in het vorige lid laat echter het recht van de aannemer onverlet om een geschil naar aanleiding van een aannemingsovereenkomst voor te leggen aan de Raad van Arbitrage voor Bouwbedrijven in Nederland.

 

Emmeloord, maart 2019